Orpheus Magazine: Topsport Theatermakers
Char Li Chung
Omdat Oostpool-regisseur Char Li Chung fanatiek traint, lukt het hem niet meer soepeltjes vanuit zijn stoel op te springen en een sprintje naar het podium te trekken. “Met mijn lengte van 1 meter 90 was ik een twijg, ik woog amper 75 kilo. Nu ben ik gespierd en bijna 25 kilo zwaarder.”
Oppoppen
“Trainen is een fijne manier om je hoofd leeg te maken, het denken te stoppen en praktisch bezig te zijn. Artistiek denken wordt nooit helemaal uitgeschakeld, er blijven altijd ideeën oppoppen.”
Mijn goal
“Laatst vroeg een vriend: wat is jouw goal? Ik legde hem uit dat het de energie is: ik voel me zoveel scherper dan voorheen. Niet per se leniger, wél fitter. En ik slaap goed, 0.2 seconden nadat ik in bed stap droom ik.”
Excuus
“Eerlijk? Sport is ook een heerlijk excuus. Voorheen was ik 24/7 beschikbaar voor alles en iedereen. Nu ben ik van 21.30 tot 23.00 uur bezig met iets anders. Mij niet bellen, ik focus op mijn sets: drie van tien, vier van vijf. Weet je dat ik wel 125 kilo wegdruk? Ongelooflijk hè, daar zijn topsporters jaloers op.”
Obsessief
“Sinds corona sport ik zes keer per week. Als kunstenaar ben ik obsessief met mijn werk bezig, in sport is het niet anders. Ik kan niets halfslachtig doen, ga overal vol voor en wil de beste zijn. Toen ik als kind ontdekte dat ik geen jeugdkampioen van Nederland kon worden ben ik meteen gestopt met judo.”
Kleedkamerangst
“Voor de looks doe ik het niet. Mij kom je niet tegen in een shirtje zonder mouwen op het strand. Dan voel ik meteen de kleedkamerangst die me als jongen vaak overviel. Ik doe het voor mezelf. Verzaak ik of voel ik me maar een beetje slechter dan gisteren, ben ik héél teleurgesteld in mezelf.”
Horeca
“Als ik thuiskom hoef ik nooit te koken. Ik kom uit een horecafamilie en kan aanschuiven in een van onze restaurants. Frans, Italiaans of een combinatie daarvan, altijd vers en van topniveau. Dat scheelt tijd, daardoor kan ik sporten na mijn werk. Alcohol is nooit een item geweest, ook dat heeft te maken met opgroeien in de horeca. Daar zie je wat drank met mensen doet.”
Daria Bukvic
Wie getrouwd is met het werk, heeft geen ruimte voor andere zaken. Het brak Daria Bukvic, artistiek directeur van Theater Oostpool, flink op. Maar ze vond zichzelf opnieuw uit, stopt nog steeds net zoveel passie in haar werk, maar plaatst datzelfde werk wel in nieuw perspectief. Een coach leerde haar wat keuzes maken betekent.
Nauwelijks ruimte
“Toen ik vijftien was, wist ik het zeker: ik ga regisseur worden. Ik hou zoveel van mijn werk, ik haal er veel energie uit. Tegelijkertijd liep ik daardoor ook vast en bleek een 80-urige werkweek niet te combineren met gebeurtenissen die zich privé voltrokken. Daar was nauwelijks ruimte voor. Ik ben er ziek van geworden.”
Endorfine
“Door naar Arnhem te verhuizen reis ik minder. Dus heb ik meer tijd om te slapen en te sporten! Drie keer per week ga ik spinnen, volg ik een krachttraining of pilates. In groepsverband. Ik wist niet dat ‘t zo goed voor mij zou werken; samen sporten en de gezonde variant op groepsdruk te ervaren. Sporten stimuleert aanmaak van endorfine, ik voel me veel gelukkiger na een training en dat gevoel houdt wel een dag aan.”
Echt werk
“Voordeel van trainen is dat het minder aantrekkelijk wordt om toch weer voor dat luie patatje te zwichten. Jezelf afbeulen voor niks voelt niet goed. Meer groenten? Beter! Daar móet ik nu echt werk van maken.”
In balans
“Sinds ik mentaal in balans ben en sport, kan ik weer vol voor mijn werk gaan. Maar ik gun me nu wel een avond of zelfs een weekend vrij! Dat was ondenkbaar voordat ik die burn-out kreeg. Ik riep altijd dat ik met mijn werk getrouwd was, maar ik leerde nu mijn werk in een ander perspectief te plaatsen.”
Bestaansredenen
“Ik hou van het Balkandieet: veel vlees, koolhydraten en zout. Mijn geluk is mijn lengte: 1.80 meter. Mijn bovenlijf is slank, maar een voordelige bouw is geen excuus. Hoog tijd dus dat ik ga minderen met brood, chocolade en pasta - drie van mijn bestaansredenen.”