Orpheus Magazine: Jan Jaap over zijn Vlakke Drukke Land
Op het terras van restaurant Den Artist aan de Leopold de Waelplaats in Antwerpen kan de BIB’er, de Bekende Import-Belg, rustig lunchen. Niemand schenkt aandacht aan de theaterman en tv-presentator. “Hier roept geen mens je na op straat, staren ze je niet aan als je ergens zit, je hebt hier geen roddelrubrieken en juicekanalen. De Belg heeft respect voor je persoonlijke ruimte en zal de grenzen ervan niet overschrijden. Als ik in Antwerpen word nageroepen, is dat meestal door een Nederlander die weer iets ‘kut’ vindt en mij een ‘lul’ noemt.”
Belgen zijn ontzettend aardig, maar ook terughoudend.
“Ja. Maar hou op over dat ‘minderwaardigheidscomplex’ dat ze zouden hebben. Wij kunnen als Nederland beter niet in oorlog met de Belgen raken. Dan zijn we echt de sjaak. Wij zijn een gooi- en smijtvolk, we kroppen niks op. Maar de Belgen roepen bij alle ellende die over ze heen komt hoogstens ‘Amai!’ en intussen hoopt de agressie zich onderhuids op. Als je het dan met ze aan de stok krijgt, berg je dan maar.”
De relatie tussen Belgen en Nederlanders zal ongetwijfeld aan de orde komen in deze voorstelling.
“Zeker en vast. Ik hoorde ooit iemand zeggen: ‘de Nederlander vindt de Vlaming heel leuk, maar respecteert ‘m niet en de Vlaming respecteert de Nederlander, maar vindt ‘m niet leuk.’ We kunnen veel van de zuiderburen opsteken. Als ik naar Nederland kijk vanuit Antwerpen, denk ik vaak op z’n Antwerps ‘Ze na efkes kalm’. Het zou ons sieren eindelijk ‘s wat te dimmen. De voorstelling heet Mijn Vlakke Land, maar Mijn Drukke Land had ook best gekund.”
Voor Mijn Vlakke Land is Jan Jaap van der Wal in zijn ‘persoonlijke archieven’ gedoken. Op zoek naar zijn Friese wortels. “Nee, het wordt niet nostalgisch. Ik zoek naar wat er nog Fries aan mij is, als Belgische Nederlander. Ik vraag mij af: wat kun je achterlaten en wat blijkt er later nog te zijn als je terug komt? Ik haal ook wat onderdelen uit mijn Vlaamse shows die ik de afgelopen jaren heb gespeeld.”
Hoe kijkt een geëmigreerde Nederlander nu naar het land van herkomst? Het moet voor een comedian een eindeloze bron van vermaak zijn.
“Ach, in België lachen we ons gek om die Caroline van der Plas die in Brussel met de vuist op tafel komt slaan. Maar ik ga als halve Belg nu niet Nederland de maat nemen. Kan te makkelijk worden. Het is interessanter te vertellen welke lessen we kunnen leren van nieuwe situaties, andere gebruiken, andere manieren om met elkaar om te gaan.” Maar hij zal zijn bijtende humor en spot niet in Antwerpen achterlaten als hij twee keer per week een uitje naar Nederland maakt. Jan Jaap van der Wal was piepjong toen hij rond 1995 als groot comedytalent werd ‘ingelijfd’ door het Amsterdamse gezelschap Comedytrain. Stand-upcomedy stond hier nog in de peuterschoentjes; de uit de Angelsaksische wereld overgewaaide theatervorm – een comedian met enkel een microfoon, snelle oneliners en nauwelijks theatrale elementen – moest zich een plek bevechten in het land waar het cabaret van Freek, Youp, NUHR en Finkers de norm was. Hij werd een grote meneer, met onder meer twee oudejaarsconferences.
En langzaam sijpelde de uitdaging weg.
“De grote ironie in mijn vak is dat je een publiek opbouwt en je dan altijd voor eigen parochie staat te preken. Je zit altijd in je eigen gelijk, je blijft dezelfde dingen raar vinden en belachelijk. Ik bereikte een punt dat ik dacht: ‘niemand zit hier nog op me te wachten, ik ga in de vergetelheid raken’. En toen speelde ik mijn laatste Nederlandse show Dystopia in Gent. Daar hing zo’n andere en bijzondere dynamiek in de zaal. Ik wilde er meer van proeven. In Vlaanderen vond ik het belangrijkste weer terug: zin in spelen. Als dat zichtbaar is, slaat dat over op de zaal. Ik gooide theaterritmes en cabaretvorm overboord. Hoe vrijer ik me voel, hoe meer kanten ik opschiet en hoe leuker ik het vind.”
In de loop der Jaren is stand-upcomedy de norm geworden in cabaretland Nederland. Wat is goede stand-up?
“Bij goede stand-upcomedy zie je de comedian nadenken. Je ziet zijn of haar staat van zijn. De comedian is het publiek steeds net een stapje voor en laat zien dat hij of zij een onverwacht zijpaadje durft te nemen. Daarom is het ook een podiumkunst voor kleine zalen en clubs. Ik kan met mijn ervaring ook een connective met mijn publiek maken in de grote Hanoszaal in Orpheus. Maar de trend om comedy in een Ziggo Dome of ArenA te brengen, slaat nergens op. Ik ben er allergisch voor.”
UITgelicht!
Jan Jaap woont met vrouw en kind permanent in Antwerpen. Als captain in het satirische programma Dit Was Het Nieuws bleef hij wel bij ons in beeld. “Maar het was wel een beetje gek dat ik vanuit het publiek regelmatig de vraag kreeg ‘of ik niet net als Peter Pannekoek eens het theater in moest’. Ze wisten dus niks van mijn theaterverleden.”