Orpheus Magazine: BOYS WON'T BE BOYS haalt de man uit zijn hokje

“Wat is nou mannelijk, wat niet?” Rikkert van Huisstede voelde zich niet zo thuis in het hokje ‘man’. Hij droeg af en toe jurken. En vroeg zich af: ‘wat zegt dat over mij. Hoe ziet de wereld mij?’

Orpheus Magazine > Orpheus Magazine: BOYS WON'T BE BOYS haalt de man uit zijn hokje

Als kleinkunstenaar bracht hij het thema al naar het theater, maar hij kreeg als solist toch ook het gevoel dat hij ‘anders’ was en de mensen die naar hem keken en luisterden ‘normaal’. Het kón toch niet zo zijn dat hij de enige was die los van het stereotiepe manbeeld wilde komen? Van de verwachtingen waaraan een man schijnt te moeten voldoen. En zo plantte hij het zaadje voor BOYS WON’T BE BOYS, theatervoorstellingen met ‘echte’ mensen die zingen, dansen, dichten, grappen, musiceren en vertellen over hun persoonlijke levens. Voorstellingen die bij toeschouwers gedachten en gevoelens kunnen losmaken waarvan ze niet wisten dat ze deze hadden. Waarin ze een andere kant van zichzelf herkennen. En zo bezoekers aanzetten zelf mee te doen aan een van de lokale projecten die BOYS WON'T BE BOYS ook organiseert.

Worsteling

Tamar Lagas is regieassistent bij de organisatie en Mats Lodenstijn een van de honderd spelers die overal in het land in BOYS WON’T BE BOYS hun verhaal vertellen. Mats kwam erbij nadat hij in Rotterdam was gaan kijken. “Omdat vrienden en kennissen tegen me zeiden: ‘dat zal je aanspreken, dat is echt iets voor jou.’ Ik had het echt niet voortdurend over mijn mannelijkheid, maar ik vond het thema interessant. Als kind doste ik me vaak al uit, mijn ouders vonden alles prima. Maar ik werd groot en ineens ‘mocht’ dat allemaal van de maatschappij niet meer. Bij BOYS WON’T BE BOYS zag ik ineens dat ik de enige niet was.”

Dragqueen

Hij volgde een theateropleiding aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten, kwam in een theatergroep terecht, ging zingen en speelde onder meer een rol in de musical Hair in Duitsland. “En nu ga ik bij dit project op als dragqueen, volledig in de make-up en in uitbundige jurk. Ik haal het kind in mijzelf weer tevoorschijn op het podium. Ik geef mijn andere ik de ruimte in een veilige omgeving. Dat heeft me al veel gebracht. Ik durf me excentrieker te kleden, ik trek me veel minder aan van wat mensen van me vinden.”

Estafettevoorstelling

Tamar: “We zijn begonnen vanuit Amsterdam, maar inmiddels hebben we ook lokale groepen die BOYS WON’T BE BOYS in hun theaters brengen. Rikkert opent de voorstelling altijd met een verhaal over de context ervan, waarom we het doen en hij vertelt over zichzelf, met anekdotes en in liedjes. Dan geeft hij het stokje door aan de eerste van de acht spelers, die elk zeven minuten krijgen om hun eigen verhaal te doen. In poëzie, zang, dans, spoken word, paaldansen, als dragqueen, alles kan. Die verhalen helpen het idee te doorbreken dat mannen moeten voldoen aan het stereotiepe beeld van ‘man’. De voorstelling trekt veel mensen uit de LHBTQI+ community, maar is voor iedereen die zich wel eens afvraagt of hij nou zo past in dat krappe hokje van man of vrouw. Zo zijn er uit het publiek deelnemers gekomen die zich altijd op en top man dachten en zich de vraag stelden of ze toch ook niet meer kanten hadden dan dat.”

Het is ons leven

Mats: “zoals ik er ooit bij betrokken ben geraakt dus. Ik heb gevoelige en flamboyante, trekjes die ik helemaal niet meer wil wegstoppen.” Tamar: “je gaat kijken naar echte mensen en je herkent jezelf. Dat is wat we vaak horen. De vaste slotzin van elke BOYS WON’T BE BOYS is dan ook: ‘Het is geen voorstelling, het is ons leven. En misschien is het ook jullie leven.’”